vrijdag 30 januari 2015

Bipolaire dagen


 

Op zondag 25 januari is onze jongste dochter Ellen jarig (1988). We waren 's ochtends op een evenement in onze gemeente toen ik telefoon kreeg van mijn zwager dat mijn schoonmoeder was overleden. Ze was al jaren aan het sukkelen maar dit nieuws kwam toch nog erg onverwacht.
Na een toiletbezoek met behulp van de verzorgster was ze in elkaar gezakt. Hartstilstand.
Wèg was de feestelijke stemming waarin we verkeerden.
Toch maar eerst naar Ellen in Eygelshoven (Kerkrade) gereden. In de tussentijd was de huisarts bij mam in Brunssum geweest en had de begrafenisondernemer haar opgehaald. Mijn man Bert wilde haar liever niet in deze toestand zien.
Zijn zus Ria liet weten dat iemand van de begrafenisonderneming was gearriveerd om alles te regelen en of wij wilden komen. Heel onwerkelijk allemaal.
Na tweeënhalf uur vergaderen stapten we op om nog even naar Ellen te gaan. Eenmaal thuis hebben we onze oudste dochter Freya in kennis gesteld. Eerder kon dat niet omdat ze moest werken en ze geen telefoon op de werkvloer mag hebben.

Donderdag werd mam gecremeerd. Dick, een neef van Bert zou de dienst aan elkaar praten in de aula. Dat deed hij heel goed. De kist was bedekt met veel roze bloemen en weinig groen. De eerste die mochten groeten om afscheid te nemen waren Fons en René, twee vrienden van Bert uit Houthalen. Ze verlieten de zaal. Opeens zag ik mijn zoon Daniel en zijn vriendin Ineke langs komen. Onze blikken kruisten elkaar en ik was blij verrast. Ik wilde ze meteen achterna lopen maar Bert hield me tegen.”Je moet wel nog eerst afscheid nemen van mam.” Als eerste zag ik Ineke in de hal staan wachten bij de toiletten waar Daniel verbleef. Ik omhelsde haar tengere lichaam en hield haar stevig vast. Ik kon haar wel doodknuffelen. Daarna was Daniel aan de beurt. Hij zei: “Fijn om je weer te zien pap”. Bert hield het niet meer droog terwijl ze elkaar omarmden. Ik kan me niet heugen wanneer ik mijn man voor het laatst heb zien huilen. Twee lange jaren hebben we ze moeten missen. Die halen we in met terugwerkende kracht.



woensdag 28 januari 2015

Op het gemak



In de vierde versnelling race ik naar het gemak (lees:WC). Elke ochtend hetzelfde ritueel en dan meermaals achter elkaar. 's Ochtends vroeg de deur uit gaan?Vergeet het maar! Dat zeurderige stemmetje in mijn buik ben ik ook beu.Die zou ik graag eens de mond snoeren. Nu weet ik wat mijn lichaam me probeert te vertellen. Ik verteer heel moeilijk zetmeel en suiker, blijkt uit onderzoek. De huisarts raadt me een low carb dieet aan. Laat dit nu net de dieethype van het moment zijn! Niet voor niets hebben de boeken van Pascale Naessens zo'n succes. Mooie bijkomstigheid is dat je er ook nog van afvalt. Het gaat langzaam maar toch, zo'n twee kilo per maand is een leuke beloning voor het  vaker in de keuken staan. Puur eten vraagt nu eenmaal aandacht om te verwerken in tongstrelende recepten.
Vrouwen storten zich na het feestgedruis massaal op crashdieëten om er in de zomer weer appetijtelijk uit te zien in badpak. Voor mij telt voornamelijk het gezondheidsaspect. Van teveel zetmeel worden we ziek. Het metabool syndroom is daar een duidelijk voorbeeld van. De zwembandjes en vetschortjes tieren welig in ons Bourgondische landje.
Granen bevatten de meeste koolhydraten, zo'n 70 procent. Bovendien maken ze ook nog eens hongerig zodat we er steeds meer van gaan eten en in een vicieuze cirkel terecht komen. Te lage bloedsuikerwaarden snel weer aanvullen met suikerrijk voedsel en zo volgt de ene kaloriebom de andere op. Tegenhanger hiervan is het eiwitrijk dieet. Dat gaat het hongergevoel tegen zodat je minder trek hebt in tussendoortjes. Het geeft een verzadigd gevoel dat lang aanhoudt. Omdat vlees en vis zuur vormend zijn moeten ze steeds worden vergezeld van base vormend voedsel zoals groenten en fruit. Dat is ook nodig om aan de 100 gram koolhydraten per dag te komen die de hersenen nodig hebben om goed te functioneren. Hetzelfde geldt voor het aantal kilocaloriën per dag. Die mogen niet onder de grens van 1500 komen want die zijn nodig voor het basaal metabolisme, ofwel om alle noodzakelijke lichaamsfuncties te kunnen vervullen.
In deze tijd van bewegingsarmoede heeft ons lichaam absoluut geen behoefte aan extra koolhydraten. We kunnen zelfs helemaal zonder graanproducten. Dit in tegenstelling tot duursporters zoals wielrenners en marathonlopers.Naast de bewegingsarmoede is er ook nog de economische armoede. Voor mensen met een klein budget is het de hoofdzaak dat hun honger wordt gestild met zetmeelrijke producten. Vers fruit en groenten dienen maar als bijgerecht. Voor een goede gezondheid moeten groenten het hoofdbestanddeel van onze voeding zijn, aangevuld met mager vlees of vette vis.
Bij te zware mensen zie je vaak gewrichtsproblemen, enerzijds door het overgewicht en anderzijds door de jicht die toeslaat. Jicht is een gevolg van een verstoorde suiker-en insulinehuishouding door de vele koolhydraten in de voeding. Granen zijn zuur vormend. Purine is een stofwisselingsproduct dat wordt afgebroken tot urinezuur en door de nieren wordt uitgescheiden. Als er meer purine wordt gevormd dan uitgescheiden vormen zich urinezuur kristallen die zich vastzetten op de gewrichten. Om mijn bloed basisch te houden drink ik elke dag een tot twee glazen water waaraan een theelepel maagzout (natriumbicarbonaat, bakpoeder of Vichyzout)is toegevoegd.
Terwijl de fashionata zich op de eerste dag van de solden spoeden naar de winkelcentra verdiep ik me in Het Low Carb Receptenboek van Nicolai Worm en Doris Muliar. Het staat vol met heerlijke eenvoudige gerechten met ingrediënten die je doorgaans wel in huis hebt. Die worden nu aangevuld met (magere) melkproducten voor het ontbijt zoals kwark en cottage cheese, karnemelk, kefir, yoghurt en soja. Vers fruit en noten horen er ook bij. Het ontbijt is het moeilijkste moment van de dag als je gewend bent om brood te eten. Maar dat is gauw over als je eenmaal geproefd hebt hoe het ook anders kan. En ik wandel van nu af aan op mijn gemak naar het kleinste kamertje.

dinsdag 9 december 2014

Gedesoriënteerd

“Zeg, waar blijf je nu?” hoor ik mijn moeder me verwijtend toespreken door de telefoon. Het is kwart over twee in de middag. “Je zou me toch om half twee komen halen? Ik zit al een hele tijd klaar.” Ik vraag wat ze bedoelt. Heb ik iets gemist? “Je hebt het zelf op de kalender geschreven”, gaat ze door. “Heb ik die afspraak dan op dinsdag gezet?” vraag ik haar. “Nee, op donderdag”, antwoordt ze. “Dan is er toch niks aan de hand”, stel ik haar gerust. “Het is wel donderdag vandaag”, gaat ze door. “Nee mama, het is vandaag dinsdag “, maak ik haar duidelijk. Ze zucht. “Er staat ook zoveel op die kalender dat ik er geen wijs meer uit wordt”, moppert ze. “ Ik heb al bloemen gekocht, wat moet ik daar nu mee?” jammert ze. “Zet ze zelf maar in de vaas”, stel ik voor.

Zulke taferelen zal ik in de toekomst wel vaker meemaken vrees ik. Toen de klok eind oktober een uur verzet werd was ze ook helemaal de kluts kwijt. Op die bewuste maandag had ze een afspraak bij de dokter in het ziekenhuis. Twee uur voordat ik haar thuis kwam ophalen zat ze al met de jas aan de keukentafel te wachten.

Mama kan haar huisarts tussen vijf en zeven uur 's avonds bellen om te informeren naar de uitslagen van het bloedonderzoek. “Ik heb de dokter na zeven uur gebeld maar ze nam niet op”, zegt ze. “Nee, je moet ook eerder bellen”, wijs ik haar nog eens op de telefonische spreekuren. Dit gegeven is al een jaar oud en ze kan het gewoon niet onthouden. Alles moet worden opgeschreven op de kalender. Maar als die te vol staat ziet ze door de bomen het bos niet meer.

De ergotherapeute is al twee keer bij haar thuis geweest. De eerste keer kon ik er niet bij zijn. Toen ik informeerde wat ze hadden besproken kon ze het me niet navertellen, alleen dat ze bezig waren geweest met de televisie.  De tweede keer was ik er wel bij en toen hoorde ik dat ze inderdaad alleen de programmering van de TV onder de loep hadden genomen. De ergotherapeute had een gelamineerde fiche bij zich waarop de zenders van de TV stonden. Nu gaan ze zich bezig houden met het opnemen van programma's. Daarvan krijgt mama ook weer een fiche. Zo worden de handelingen stap voor stap geoefend. Door ze dagelijks te doen hoopt ze het te kunnen onthouden. Mijn moeder haar grootste hobby is nu TV kijken omdat een boek lezen niet meer haalbaar is.

Ze krijgt sinds twee maanden medicatie tegen dementie om het proces te vertragen. Ik merk geen verbetering. Integendeel. Nu is ze gedesoriënteerd in tijd zoals dat heet. Ik maak me zorgen wanneer ze in het volgende stadium belandt. Gedesoriënteerd in plaats heet het dan. Als ze niet meer weet waar ze is kan ze niet meer alleen blijven. Ik hoop dat we haar zolang mogelijk thuis kunnen houden. want ik zou niet willen dat ze, net zoals haar vader vroeger, in een gesloten afdeling van het verzorgingshuis terecht komt.


donderdag 20 november 2014

Verslaafd


Ik ben verslaafd. Boeken oefenen op mij een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Ik kan geen boekwinkel of bibliotheek voorbij lopen. Nooit ga ik met lege handen naar buiten. Dat resulteert in een stapel boeken waarvoor ik nog immens veel tijd moet vrij maken om ze allemaal gelezen te krijgen. Met ouder worden merk ik dat de dagen ook korter worden. De tijd, correctie -mijn tijd- raakt op. “Wanneer moet ik dat allemaal lezen?'” vraag ik mezelf wel eens af. Ik moet minstens honderd jaar worden! Daarom let ik op mijn gezondheid, zonder hierin te overdrijven.

Dit is het doel in mijn leven. Terug de draad oppakken waar die in mijn jeugd is blijven liggen. Toen verslond ik boeken. Mijn opstellen werden steevast in de klas voorgelezen. Voor straf een verhaal schrijven? Ik was er zo mee klaar. Aan fantasie geen gebrek. Dat is nu wel anders. Voor mijn werk als journalist kwamen de verhalen uit het echte leven. Ook nu geef ik daar nog de voorkeur aan. Het leven van gewone mensen is vaak boeiender dan die van Bekende Vlamingen of Nederlanders. Dat is redelijk voorspelbaar.

Neem nu het vrouwenblad Mijn Geheim. Daarin kunnen vrouwen hun verhaal kwijt, ook anoniem.
Dat levert vaak ontroerende en meelevende reacties op. Ik begin de dag met koffie en een artikel uit Mijn Geheim. Manlief leest de krant op zijn tablet. Het ritselen en het voelen van papier is een streling voor mijn gemoed, elke dag weer.  Een leven zonder boeken kan ik me niet voorstellen. Ze horen bij mij. Zonder hen voel ik me niet compleet. Ze geven me antwoord op vragen, troosten me met wijze woorden of laten me lachen. Het boek is mijn beste vriend.

Mijn kleindochter van drie jaar vindt het prachtig als ik haar voorlees. Als ze bij mij komt logeren gaan we eerst samen naar de bibliotheek om boekjes te halen. Ik heb me wel eens opgegeven voor een workshop 'Voorlezen' maar er waren niet genoeg aanmeldingen zodat het niet kon doorgaan. Heel jammer. Toch maar eens kijken wanneer zich weer zo'n gelegenheid voordoet. Ik moet als voorlezer in het verhaal kruipen en acteren met stemmetjes, als het ware een toneelstukje opvoeren. Dan luistert ze ook geboeid.

Laatst heb ik aan een workshop 'Kinderverhalen Schrijven' meegedaan. Ik  moest me  in de leefwereld van een kind kunnen verplaatsen. Daar had ik als enige van de cursisten  ontzettend veel moeite mee. Heb ik geen fantasie meer? Is mijn prefrontale cortex helemaal ingepalmd door de ratio? Wèg was mijn hoop om verhaaltjes voor mijn kleindochter te gaan schrijven. Laat ik het maar gewoon bij voorlezen houden, mèt stemmetjes !


zaterdag 15 november 2014

Afscheid

Vandaag hebben we afscheid genomen van onze vriendin Elisabeth. Ik kende haar pas enkele jaren, te kort om haar echt goed te hebben leren kennen. Ze was de vrouw van Roger, een sportvriend van mijn man. Vijf jaar geleden werd bij haar een hersentumor geconstateerd. Na de eerste behandelingen bleef haar toestand stabiel. Eerder had ze al borstkanker overwonnen. Toen kende ik haar nog niet. De keren dat ik haar heb ontmoet is op één hand te tellen maar we konden het goed met elkaar vinden.

Het afgelopen jaar ging het zienderogen bergaf met haar gezondheid. Ze wilde ook niemand meer ontvangen. Ik heb haar voor het laatst gezien op de verjaardag van Roger. Toen zat ze al in een rolstoel en zag ze er wat opgeblazen uit door de medicatie. Ze is maar 61 jaar geworden, overleden daags na mijn verjaardag. Tweeëntwintig jaar is ze getrouwd geweest met Roger. Ze hadden geen kinderen.

Op de herdenkingsplechtigheid kwam veel volk. In besloten kring was ze eerder al gecremeerd. De urn stond vooraan in de zaal op een kastje dat diende als een soort altaar. Daarnaast een mooie foto van Elisabeth, omringd door planten uit haar tuin. Ze was een natuurliefhebber. Een wand van de zaal was helemaal van glas dat uitzicht bood op de bomen die hun bladeren aan het verliezen zijn. Ze hield van de herfst en leefde volgens het ritme van de maan. Bij volle maan is ze overleden en keerde ze terug naar het universum waar ze zich altijd mee verbonden voelde. Spiritualiteit was haar passie.

Haar verzameling halfedelstenen en kristallen lagen ten toon gespreid zodat iedereen een persoonlijk aandenken kon uitkiezen en meenemen. Mijn kleur, blauwgroen lag er niet (meer) bij. Mijn oog viel op een staafvormige kristal met zes zijden die één puntig en een ander brokkelig uiteinde had. Niet de mooiste maar toch aantrekkelijk voor mij. In plaats van bloemen en kransen was het haar wens om een donatie te doen voor een goed doel dat zij had uitgekozen: het Ronald Mc Donald huis in Aachen of de Vrijwillige Brandweer in Kelmis.

” Het leven is als een schip dat uitvaart. De achterblijvers staan aan de kade en hebben verdriet. Als de boot  aan de horizon is verdwenen verwelkomen andere geliefden ons aan de overkant”, aldus de uitvaartverzorger in zijn rede.

“Hoe vaak zal ik nog afscheid moeten nemen?” vraag ik me af. Ik weet niet wat het universum nog voor mij in petto heeft maar één ding weet ik zeker. Aan gene zijde is er alleen maar liefde.

zaterdag 25 oktober 2014

Gebakken schoenzolen

Zwarte Piet was deze week bij ons op bezoek. Niet om onze schoenen te vullen maar om de schoorsteen te reinigen. Dáár worden de hulppieten van Sinterklaas namelijk zwart van als ze door een vuile schoorsteen moeten kruipen om de pakjes te bezorgen. Niet zoals ze in Nederland zeggen dat ze van zichzelf zwart zijn.
Hij klimt op het dak. Een ijzeren bal met stekels gaat in de schoorsteen op en neer om alle vuiligheid van de wanden los te schrapen. “Klus geklaard”, denkt Piet en hij is weg.

Mijn man verheugt zich op het vuurtje stoken en frommelt wat oude kranten en aanmaakhout bij elkaar en houdt er de vlam aan. De rook komt uit alle kieren van de kachel naar buiten en slaat meteen op mijn keel. Ik hoest en gooi ramen en deuren open voordat we een rookvergiftiging oplopen. “Dat heeft Piet niet goed gedaan”, zeg ik tegen mijn man. “Ik bel hem op en als hij niet gauw terug komt dien ik een klacht in bij Sinterklaas.” Binnen een kwartier staat onze schoorsteenveger weer op de stoep. Hij trekt de kachel van de muur, schijnt met een lampje in de afvoerpijp en haalt zijn stofzuiger om de boel leeg te zuigen. De eerste keer wou Piet er zich te vlug van af maken. Ja, hij heeft ook zoveel te doen en hij is ook niet meer de jongste. Nou, dan ga je toch met pensioen? Nee, nog niet want daar heeft de regering een stokje voor gestoken. Hij moet nu twee jaar langer werken. Afin, Piet weer naar de volgende klus en mijn man steekt de kachel nog eens aan. Nu schiet de vlam in de pijp. De bruinkoolbriketten laten onze speksteenkachel lekker lang gloeien.

Een dag later vind ik dat het nog erg naar rook stinkt bij ons in huis. Ik zet overal wat oliegeurlampjes neer. Het lijkt wel of het mistig is. Ik zal mijn brilleglazen maar eens oppoetsen, tot twee keer toe. De mist blijft. “Zeg, die olielampjes van jou stinken nog erger dan de kachel”, roept mijn man me toe. “Of het ligt aan de afzuigkap want die staat in verbinding met de schoorsteen.” Mijn soep staat te trekken op het fornuis en ik zet de wasemkap af. De oliegeurlampjes blaas ik uit. Ik vlucht naar boven in de hoop dat de atmosfeer daar beter is. In elk geval voor even. Opeens roept mijn man paniekerig: “Kom vlug naar beneden!” Hij heeft de garagedeur geopend en het ziet er zwart van de rook.  De garagepoort wordt open gegooid en in een hoek ligt iets te branden. Mijn man pakt het op en gooit het naar buiten. Ik gooi er een gieter water over heen.
“Dat is de as uit de kachel “, zegt hij. “Ik had die in een dikke plastic zak gedaan en in een kartonnen doos gezet.” Sjonge jonge. Het is nog goed afgelopen. Dat kan ik niet zeggen van zijn schoenen maar dat is een ander verhaal.

Onze oudste dochter stond cakedeeg te mixen. Komt mijn man binnen en zegt: “Volgens mij is de motor van die mixer aan het verbranden.” Ze stopt met kloppen en we kijken elkaar aan. Die geur lijkt toch niet van de mixer te komen. We lopen onze neuzen achterna richting kachel. Daarop staan de natte sportschoenen van mijn man. Hij wou ze drogen maar nu staan ze te bakken.

donderdag 9 oktober 2014

Verdwaald in het geheugenpaleis

Mijn moeder is vergeetachtig. Het wordt steeds erger. Een jaar geleden moest ze een operatie ondergaan en daarna is het begonnen. We dachten dat het de nawerking van de narcose was. De hele dag loopt ze van alles te zoeken. Dingen die we pas gezegd hebben kan ze zich niet meer herinneren. De juiste woorden vinden is ook een probleem. Ze gebruikt dan vervangende woorden die helemaal niet in de context passen. “Waar heeft ze het over?”
Dikke leesboeken zie ik nergens meer liggen. “TV kijken is makkelijker”, lacht ze quasi verontschuldigend. Op haar kampeerauto zijn zichtbare sporen van kleine ongelukjes te zien telkens ze van een weekend wandelen terug komt. Er beginnen bij mij alarmbellen te rinkelen. Ik wil een afspraak met de geriater van de geheugenkliniek. De wachtlijst duurt een half jaar.

Dan het verlossende telefoontje. Ze kan twee maanden eerder komen omdat er iemand is uitgevallen. Eerst krijgen we een kort gesprek met een sociaal assistente die haar vervolgens vragen stelt in het kader van een test. Ze maakt aantekeningen. We mogen terug naar de wachtkamer.
Een jonge arts in opleiding komt ons halen en ik mag mijn verhaal doen. Hij schrijft en blijft schrijven. Mijn moeder kijkt naar het blad papier en zegt: “Nou, wie dat moet ontcijferen heeft er werk aan!” De jongeman glimlacht. We wisselen een blik van verstandhouding.
Dan komt de geriater zelf. Er moeten onderzoeken worden gedaan om uit te sluiten dat er een lichamelijke oorzaak is voor haar vergeetachtigheid. Een röntgenfoto van de borst, een echo van de buik, een elektrocardiogram en bloedonderzoek.

De uitslag is wat we verwacht hadden: beginnende dementie. Er volgt een gesprek met de ergotherapeute die enkele weken later op huisbezoek komt. Daarna kan ze deelnemen aan individuele begeleiding en groepsbijeenkomsten. Dat ziet ze wel zitten want mijn moeder heeft sociale contacten nodig. Ze is al namelijk al 22 jaar weduwe. Er worden handvatten aangereikt om het dagelijks leven te ondersteunen. Mama geeft aan dat ze zich niet meer veilig op de weg voelt. Haar auto wordt verkocht. Dat heeft ingrijpende consequenties. Gedaan met elk weekend erop uit te trekken. Nu moet ze de wandelingen dichter bij huis uitzoeken. Ze kan er met de fiets heen of ik breng haar. Het wordt in elk geval veel minder frequent. Tussendoor volgen nog controle bezoeken bij andere specialisten en de huisarts. Mijn agenda raakt steeds voller.